Johannes 14:1-3 Opname-Taal?
Naast episynago (zie blz. 85 van het boek: ‘De Opname – ná de Antichrist… maar vóór Gods Toorn’ ) is er nóg een opname-term die Jezus gebruikt in Mattheüs 24.
Veel aanhangers van het pretribulationisme (opname vóór de verdrukking) beweren dat Jezus de opname nooit heeft onderwezen vóór Zijn opstanding; pas ná Zijn opstanding zou Hij over de opname hebben gesproken. Deze aanname is een grote vergissing om verschillende redenen.
Het is absurd om te denken dat Jezus geen nieuwe openbaring aan Zijn discipelen kan introduceren (niet geopenbaard in het Oude Testament). Het onderwijs van Jezus zat vol met nieuwe openbaringen!
Het is cirkelredenering om in wezen te zeggen: ‘Jezus onderwees de opname niet vóór Zijn opstanding, omdat Jezus de opname niet onderwees vóór Zijn opstanding’. Toch zijn er mensen onder deze zelfde groep pretribulationisten die beweren dat Jezus wél over de opname sprak in Zijn afscheidsrede vlak voor de kruisiging (Joh. 14:1-3). Deze afscheidsrede vond plaats drie dagen ná Zijn Olijfbergrede en dus ook vóór Zijn opstanding. Je kunt natuurlijk niet beide beweringen overeind houden. Het is het één of het ander.
Het gaat om het volgende punt: in de afscheidsrede van Jezus vermeldt Johannes het onderwijs van Jezus over de opname.
1. “Laat uw hart niet in beroering raken; u gelooft in God, geloof ook in Mij.
2. In het huis van Mijn Vader zijn veel woningen; als dat niet zo was, zou Ik het u gezegd hebben. Ik ga heen om een plaats voor u gereed te maken.
3. En als Ik heengegaan ben en plaats voor u gereedgemaakt heb, kom Ik terug en zal u tot Mij nemen (paralambano), opdat ook u zult zijn waar Ik ben” (Johannes 14:1-3).
Het pretribulationisme is het erover eens dat de uitdrukking ‘tot Mij nemen’ verwijst naar de opname. De visie van pre-wrath (pre-toorn) is het daarmee eens. De vraag is: hoe verhoudt het onderwijs van Jezus zich hier tot de Olijfbergrede?
De Griekse term achter ‘nemen’ is paralambano, dat een positieve connotatie heeft en vaak in intieme zin wordt gebruikt om een nauw verband aan te geven en tot zich nemen of meenemen betekent.
In Mattheüs 24:40-41 gebruikt Jezus dezelfde term paralambano in een agrarische illustratie voor het verzamelen van de uitverkorenen bij Zijn komst (parousia).
40. “Dan zullen er twee op de akker zijn; de één zal aangenomen (paralambano) en de ander zal achtergelaten worden.
41. Er zullen twee vrouwen malen met de molen; de één zal aangenomen (paralambano) en de ander zal achtergelaten worden” (Mattheüs 24:40-41).
Dit feit ondermijnt de bewering dat Jezus geen opname-taal zou hebben gebruikt in Mattheüs 24. Het is inconsistent te beweren dat Jezus wél opname-taal gebruikt één dag vóór Zijn kruisiging in Zijn afscheidsrede (Joh. 14:1-3), maar niet drie dagen eerder in Zijn Olijfbergrede (Mattheüs 24).
In Johannes 14:1-3 én Mattheüs 24:40-41 gebruikt Jezus opname-taal!
Alan E. Kurschner (uit het boek ‘Antichrist before the day of the Lord’ -blz. 88)
note: paralambano komt 49 keer voor in het N.T. In slechts drie gevallen (Matth. 27:27; Joh. 19:16; Hand. 23:18) is de specifieke context negatief en niet relevant aan de wederkomst (parousia).