Het Schapen- en Bokkenoordeel (Deel 1)
door: Robert van Kampen (USA).
Scheiding van schapen en bokken: Mattheüs 25:31-46.
De laatste gebeurtenis van de 1290 dagen die aan de Antichrist zijn toegewezen, zal zijn vernietiging zijn, en die van zijn legers in de slag van Armageddon (zie Pdf vorige blog voor tijdslijn en termen).
De eerste gebeurtenis aan het begin van het 1000-jarig Vrederijk (Millennium) is de binding van satan voor een periode van 1000 jaar.
Als we deze twee gebeurtenissen samenvoegen, zullen de satan, de Antichrist en zijn volgelingen (waarschijnlijk degenen die het merkteken van het beest hebben aangenomen) kort na het begin van de eerste dag van het Millennium van de aarde zijn verwijderd.
De enige burgers van het koninkrijk van de duisternis die dan zullen overblijven, vóórdat God de aarde zal herstellen naar de oorspronkelijke pracht vóór de zondeval, zullen de “kinderen van de ongehoorzaamheid” zijn uit de volken (heidenen) (Efeze 2:2), die de toorn van de dag van de Heer (bazuinen en schalen) zullen overleven. Waarschijnlijk omdat zij het merkteken hebben geweigerd met gevaar voor eigen leven. Deze volken (heidenen) zullen geoordeeld worden door het scheiden van de ‘schapen en de bokken’.
In de Olijfbergrede beschrijft Jezus het oordeel over de schapen en de bokken als volgt:
31 “Wanneer de Zoon des mensen komen zal in Zijn heerlijkheid en al de heilige engelen met Hem, dan zal Hij zitten op de troon van Zijn heerlijkheid.
32 En voor Hem zullen al de volken bijeengebracht worden, en Hij zal ze van elkaar scheiden zoals de herder de schapen van de bokken scheidt.
33 En Hij zal de schapen aan Zijn rechterhand zetten, maar de bokken aan Zijn linkerhand.
34 Dan zal de Koning tegen hen die aan Zijn rechterhand zijn: Kom, gezegenden van Mijn Vader, beërf het Koninkrijk dat voor u bestemd is vanaf de grondlegging van de wereld.
35 Want Ik had honger en u hebt Mij te eten gegeven; Ik had dorst en u hebt Mij te drinken gegeven; Ik was een vreemdeling en u hebt Mij gastvrij onthaald.
36 Ik was naakt en u hebt Mij gekleed; Ik ben ziek geweest en u hebt Mij bezocht; Ik was in de gevangenis en u bent bij Mij gekomen.
37 Dan zullen de rechtvaardigen Hem antwoorden: Heere, wanneer hebben wij U hongerig gezien en te eten gegeven? Of dorstig en te drinken gegeven?
38 Wanneer hebben wij U als een vreemdeling gezien en gastvrij onthaald, of naakt en hebben U gekleed?
39 Wanneer hebben wij U ziek gezien of in de gevangenis en zijn bij U gekomen?
40 En de Koning zal hun antwoorden: Voorwaar, Ik zeg u: voor zover u dit voor een van de geringste broeders van Mij gedaan hebt, hebt u dat voor Mij gedaan.
41 Dan zal Hij ook zeggen tegen hen die aan de linkerhand zijn: Ga weg van Mij, vervloekten, in het eeuwige vuur, dat voor de duivel en zijn engelen bestemd is.
42 Want Ik ben hongerig geweest en u hebt Mij niet te eten gegeven; Ik ben dorstig geweest en u hebt Mij niet te drinken gegeven;
43 Ik was een vreemdeling en u hebt Mij niet gastvrij onthaald; naakt, en u hebt Mij niet gekleed; ziek en in de gevangenis, en u hebt Mij niet bezocht.
44 Dan zullen ook dezen Hem antwoorden: Heere, wanneer hebben wij U hongerig gezien of dorstig of als een vreemdeling of naakt of ziek of in de gevangenis, en hebben U niet gediend?
45 Dan zal Hij hun antwoorden: Voorwaar, Ik zeg u: voor zover u dit voor een van deze geringsten niet gedaan hebt, hebt u het ook niet voor Mij gedaan.
46 En dezen zullen gaan in de eeuwige straf, maar de rechtvaardigen in het eeuwige leven.”
In deze passage, waarin het oordeel over de schapen en bokken wordt beschreven, worden veel dingen duidelijk.
Ten eerste maakt de Heer duidelijk dat Hij persoonlijk het oordeel zal vellen vanaf Zijn troon, die zich in de tempel bevindt, midden in het heilige gebied op de dan verhoogde berg Zion.
Ten tweede zullen alle engelen bij Hem zijn (vers 31), wat erop lijkt te wijzen dat Gods engelen opnieuw deel zullen uitmaken van dit laatste oordeel over de volken, zoals ze zullen zijn geweest tijdens de gebeurtenissen die verband houden met de toorn de dag van de Heer (bazuin- en schaaloordelen).
Ten derde zullen “al de volken bijeengebracht worden” (heidense volken van de wereld die naar de berg Zion zijn gekomen tijdens de herstelperiode van 45 dagen) en voor Christus gesteld worden om het oordeel te ondergaan (vers 32).
Het is belangrijk om te weten dat het woord dat hier voor ‘volken’ wordt gebruikt het Griekse woord ‘ethnos’ is, dat kan worden vertaald als ‘naties, heidenen of volken’. Het werd door Joden gebruikt om naar niet-Joodse mensen te verwijzen. Het schapen- en bokkenoordeel verwijst daarom naar alle niet-Joodse mensen die de toorn van de dag van de Heer (bazuinen en schalen) zullen overleven, in plaats van naar ‘naties’ in de moderne betekenis van onafhankelijke politieke staten.
Er zullen echter geen Joden worden geoordeeld bij het schapen- en bokkenoordeel.
Elke Jood die de laatste Jaarweek heeft overleefd (aan het einde van de periode van zeven jaar), is al een reddende relatie aangegaan met zijn/haar Messias en Koning, Jezus Christus.
Dit schapen- en bokkenoordeel op de eerste dag van het 1000-jarig Vrederijk (Millennium), door Christus gedefinieerd in de Olijfbergrede, is duidelijk alleen een oordeel over heidenen.
Einde Deel 1